Quantcast
Channel: Scribbr
Viewing all 465 articles
Browse latest View live

Management samenvatting (abstract) van een scriptie

$
0
0

Een onderdeel van iedere scriptie is de samenvatting. De samenvatting wordt door de lezers van je scriptie als eerst gelezen. Pas daarna wordt de scriptie verder doorgenomen. Het is dus van belang dat de samenvatting goed in elkaar zit en dat je de juiste zaken vermeld.

De samenvatting heeft drie functies

Ten eerste heeft de samenvatting, in het Engels ‘abstract’, de functie om een verdere toelichting te geven op de titel van je scriptie. Hierdoor kunnen lezers van je scriptie beter nagaan of de inhoud van je thesis interessant is voor hen om door te lezen. Een goed geschreven samenvatting kan eraan bijdragen dat meer mensen je scriptie van belang achten en dus daadwerkelijk doorlezen.

Ten tweede heeft de samenvatting de functie om als verkorte versie dienst te doen voor lezers die niet de tijd hebben om de volledige thesis door te nemen. Het komt vaak voor dat leidinggevenden en wetenschappers alleen de samenvatting doornemen en niet het hele stuk lezen.

Ten derde heeft de samenvatting de functie om als overzicht te dienen van wat de lezers te wachten staat. Hierdoor maak je het de lezer gemakkelijker om de stof in de thesis te begrijpen en in context te plaatsen. Een goed geschreven samenvatting zorgt ervoor dat moeilijke materie in je scriptie beter wordt begrepen.

Lengte van de samenvatting

Een grove vuistregel voor de lengte van samenvatting is niet meer dan 5 procent van de volledige scriptie, en met een maximum van 1 pagina. De achterliggende reden hiervoor is dat het altijd mogelijk moet zijn de samenvatting snel door te nemen. Wanneer je een samenvatting van je scriptie in een andere taal schrijft dan de rest van je scriptie mag je deze wel langer dan 1 pagina maken.

Wat moet er in de samenvatting staan?

Per alinea beantwoord je de volgende vragen.

  • Wat is er aan de hand? Hierin vermeld je de doelstellingen en vraagstelling van je scriptie.
  • Wat is er gedaan? Je schetst kort de methode en aanpak van je onderzoek.
  • Wat is er gevonden? Opsomming van de resultaten.
  • Wat betekenen je bevindingen? Hier schrijf je de conclusie en geef je aanbevelingen.

Houd er rekening mee dat leidinggevenden bij je stageplek, of wetenschappers binnen je vakgebied, niet de tijd hebben om scripties in zijn geheel door te lezen. Een goede samenvatting zorgt ervoor dat je opvalt. Laat je samenvatting dan ook, voordat je de scriptie hebt ingeleverd, altijd door een aantal personen doorlezen en redigeren.


Plagiaat in je scriptie

$
0
0

Wat is nu wel en wat is nu geen plagiaat? Deze grens is soms lastig in te schatten. Het (onbedoeld) plegen van plagiaat kan erg vervelend zijn. In dit artikel lees je hoe je dit kunt voorkomen.

Wat is plagiaat?

Plagiaat is het presenteren van werk, bedoeld of onbedoeld, als eigen werk terwijl dit afkomstig is van een ander. Plagiaat is dus een schending van het intellectuele eigendom van een ander. Wanneer jouw opleiding of school ontdekt dat er sprake is van plagiaat loop je het risico een onvoldoende te krijgen en zelfs te worden weggestuurd van de opleiding.

Wat valt onder plagiaat?

Niet alleen het simpel ‘knippen en plakken’ van het werk van een ander wordt als plagiaat bestempeld. Ook het vertalen van teksten en het herschrijven van teksten door gebruik te maken van synoniemen valt onder plagiaat. Een bestaande theorie in je eigen woorden opschrijven, zonder het vermelden van de bron is ook plagiaat.

Tips voor het voorkomen van onbedoeld plagiaat
  • Zorg ervoor dat je bij het gebruik van werk van anderen altijd de juiste bronvermelding gebruikt. De eisen die een opleiding hieraan stelt kunnen verschillend zijn. Voor meer informatie over bronvermelding zie dit artikel over refereren in je scriptie.
  • Als je twijfelt of je een bron moet vermelden, kies er dan altijd voor om de bron wel te vermelden. Je gebruikt nooit te veel bronvermeldingen.
  • Zorg er voor dat je direct vanaf het begin van het schrijven van je scriptie de bronvermelding goed blijft bijhouden. Doe je dit niet, dan loop je het risico om de bronvermelding later te vergeten en zo onbedoeld plagiaat te plegen.
  • Wanneer anderen hebben bijgedragen aan jouw thesis bij bijvoorbeeld het uitvoeren van experimenten of het uitschrijven van enquêtes dan hoor je dit ook in de scriptie te vermelden. Dit kan je in het voorwoord doen.
  • Als een thesis is geschreven door meerdere personen, geef dan aan welke stukken door wie zijn geschreven.
Onderwijsinstellingen en plagiaat

Het plegen van plagiaat is een vorm van fraude en dus strafbaar. Iedere onderwijsinstelling heeft een frauderegeling waarin is beschreven hoe de instelling daarmee om gaat. Op de website van je onderwijsinstelling kan je meer vinden over plagiaat en de regels die hieromtrent zijn gemaakt.

Steeds meer onderwijsinstellingen, zowel hoger beroepsonderwijs als universiteiten, gebruiken plagiaat scanners om plagiaat te detecteren.  Een veelvoorkomende plagiaat scanner is Ephorus. Ephorus scant je scriptie op plagiaat door de inhoud te vergelijken met andere scripties, wetenschappelijke teksten en andere teksten op internet.

Conclusie

Voor het voorkomen van onbedoeld plagiaat is het van groot belang dat je bronvermelding op orde is. Voor meer informatie over het bijhouden van je bronvermelding zie het volgende artikel: Refereren en bronvermelding in je scriptie.

Scriptie lay-out en opmaak

$
0
0

De eisen voor de lay-out van je scriptie worden vaak bepaald door je begeleider of opleiding. Echter zijn er wel bepaalde richtlijnen die voor bijna elke opleiding hetzelfde zijn. Dit artikel zal je concrete tips geven over de opmaak van je scriptie.

Lettertype, lettergrootte, regelafstand

Gebruik een duidelijk en zakelijk lettertype. Enkele voorbeelden zijn Verdana, Times New Roman, of het standaard lettertype van Word; Calibri. Als lettergrootte kun je het beste 10 of 11 gebruiken. In wetenschappelijke artikelen en scripties wordt vaak regelafstand 1,5 gebruikt. Dit maakt de tekst leesbaarder en zo kan je begeleider eenvoudig opmerkingen tussen de regels plaatsen.

Figuren en tabellen

Figuren en tabellen dien je altijd een nummer en duidelijke titel te geven. Een nummer geef je zodat je er vanuit je tekst naar kunt verwijzen. De titel geef je zodat men in een oogopslag ziet waar het over gaat. Bij een figuur of illustratie zet je het nummer en de titel eronder. Bij een tabel dient het nummer en de titel erboven te staan.

Opmaakstijlen

Om de opmaak van je scriptie consistent te houden kan je gebruikmaken van de opmaakstijlen van Word. Het is erg belangrijk dat je je hoofdstuk- en paragraaftitels de correcte opmaakstijl (kop1, kop2, etc.) geeft. Als je dit goed doet, kun je erg eenvoudig automatisch je inhoudsopgave genereren.

Refereren

Goede bronvermelding is cruciaal in een scriptie. Anders kan je je namelijk schuldig maken aan plagiaat. Het refereren naar je bronnen moet volgens bepaalde normen. De APA-norm wordt het meest gebruikt. Het is erg lastig om handmatig de bronvermelding correct te doen. Gelukkig zijn er voldoende programma’s beschikbaar die je daar bij kunnen helpen. Meer informatie hierover vind je in het artikel: Refereren en bronvermelding in je scriptie.

Kop- en voettekst

Een goede kop- en voettekst kan je scriptie een professionele uitstraling geven. Tevens maakt dit meteen duidelijk welk document men aan het lezen is. Een kop- of voettekst voeg je in door boven- of onderaan in je document te dubbelklikken. Er zijn geen regels over wat je er precies in moet zetten. Meestal staan de pagina nummers rechts onderin. Verder kan je er de volgende zaken in zetten:

  • Je naam
  • Datum
  • Naam/logo opleiding
  • Naam/logo stagebedrijf
  • Titel van je scriptie
Structuur

Zorg er altijd voor dat alles in je scriptie in de goede volgorde staat. Let er tevens op dat er ook in elk hoofdstuk enkel staat wat er hoort te staan. Dit noemen we de opbouw of structuur van de scriptie. Meer informatie over structuur kun je vinden in het artikel: Structuur en indeling van een scriptie.

Om te kijken hoe andere studenten zijn omgegaan met de opmaak van hun scriptie kan je kijken in onze scriptie voorbeelden.

Engelse woorden in een Nederlandse scriptie

$
0
0

Tijdens het schrijven van een scriptie merk je al snel dat je veel gebruik maakt van Engelse woorden. Het is vaak lastig om in te schatten of deze Engelse woorden in de Nederlandse taal een speciale schrijfvorm hebben of dat je ze letterlijk mag overnemen. In dit artikel worden de hoofdregels op een rijtje gezet en verduidelijkt met enkele voorbeelden.

Je mag Engelse woorden gewoon in een Nederlandse tekst gebruiken. Het cursief maken of het tussen aanhalingstekens plaatsen van het woord is niet nodig. Dit doe je pas wanneer je verwacht dat de lezer van je scriptie het Engelse woord niet kent. In dat geval geef je ook nog een korte toelichting op het woord. Dit kan bijvoorbeeld in de voetnoot van je scriptie.

Hoofdregel

Woorden die afkomstig zijn uit andere talen nemen we in het Nederlands in zijn geheel over. Uitgangspunt is dat Engelse woorden hun Engelse schrijfwijze behouden. Dit wordt ook wel de verengelsing van de Nederlandse taal genoemd. In de loop van de jaren ontstaan er echter van veel Engelse woorden nieuwe Nederlandse vormen.

Specifieke regels voor vervorming van Engelse woorden

De specifieke regels zijn in de volgende vier onderdelen te verdelen.

Samenstelling van Engelse woorden
In tegenstelling tot het Nederlands worden in de Engelse taal woorden vaak los geschreven. Als je in een Nederlandse tekst een samenstelling van twee of drie Engelse woorden gebruikt schrijf je deze als één woord. Voorbeelden:

  • accountmanager
  • businessclass
  • sciencefiction
  • lowbudgetfilm

Koppeling van Engelse woorden met een koppelteken
Je gebruikt een koppelteken wanneer dit de leesbaarheid verbetert, en wanneer je te maken hebt met een klinkerbotsing, losse letter, cijfer of symbool. Voorbeelden:

  • e-mail
  • pay-tv
  • body-art
  • real-lifesoap

Woordgroepen
Combinaties van een bezitsvorm, rangtelwoord of bijvoeglijk naamwoord met een zelfstandig naamwoord schrijf je los van elkaar. Voorbeelden:

  • first lady
  • second opinion
  • collector’s item

Vervoeging van Engelse werkwoorden
Werkwoorden die van het Engels afkomstig zijn worden volgens dezelfde regels vervoegd als de Nederlandse werkwoorden. De stamvorm van het woord is de basis voor de spelling. De sisklanken /sj/ en /tsj/ worden toegevoegd aan ‘t kofschip.Voorbeelden:

  • ik fax, jij faxt, ik faxte, gefaxt
  • ik download, jij downloadt, ik downloadde, gedownload
  • ik save, jij savet, ik savede, gesaved
  • ik push, jij pusht, ik pushte, gepusht
Tips

Probeer niet te veel gebruik te maken van Engelse woorden in een Nederlandstalige scriptie. Veel lezers vinden deze verengelsing van de Nederlandse taal namelijk storend. Gebruik dus alleen Engelse woorden wanneer je geen ander mogelijkheid hebt bijvoorbeeld doordat dit binnen je vakgebied een algemeen ingeburgerde term is.

Twijfel je of je bepaalde Engelse woorden wel goed hebt geschreven? Kijk dan op http://woordenlijst.org/.

Kijk voor meer tips over het schrijven van een scriptie in de SCRiBBR knowledge base.

Onderwerp kiezen voor je scriptie

$
0
0

Het kiezen van het onderwerp voor je scriptie is niet eenvoudig en vaak niet het leukste klusje. Wel is het enorm belangrijk om een actueel en relevant onderwerp te kiezen. Een goed gekozen onderwerp zorgt er voor dat je sneller een kwalitatief goede thesis kunt schrijven. Dit maakt het schrijfproces voor jezelf ook veel leuker.

Stappenproces in je onderwerpkeuze

Stap 1: Controleer welke eisen je opleiding aan de scriptie stelt. Moet je kiezen uit een lijst met onderwerpen of mag je zelf kiezen? Moet je voldoen aan speciale voorwaarden?

Stap 2: Bepaal wat voor soort onderzoek je wilt gaan doen. Wil je alleen bestaande literatuur gaan vergelijken of wil je zelf veel praktijkonderzoek bijvoorbeeld in de vorm van veldonderzoek of experimenteel onderzoek doen? Wil je gebruik maken van bestaande data of wil je deze zelf verzamelen?

Stap 3: Kies een globale onderzoeksrichting. Hierbij moet je beseffen dat over sommige onderzoeksrichtingen meer informatie beschikbaar is dan over andere richtingen.

Stap 4: Zoek binnen je globale onderzoeksrichting naar actuele artikelen en papers. Ieder vakgebied heeft een aantal top journals en vakbladen. Zorg er altijd voor dat in ieder geval een paar artikelen uit deze top journals raakvlakken hebben met jouw onderzoeksrichting. Voor inspiratie kun je je onderzoeksrichting ook invoeren op http://scholar.google.com. Dit is de zoekmachine voor wetenschappelijke artikelen.

Stap 5: Kies een klein aspect binnen je onderzoeksrichting. Kan je in een paar woorden uitleggen waar je onderwerp over gaat?

Stap 6: Maak een top 3.

Stap 7: Laat je shortlist zien aan je studiegenoten. Als ze enthousiast zijn dan weet je dat je een goed onderwerp te pakken hebt.

Stap 8: Kies van de drie onderwerpen het onderwerp uit waarover je het beste gevoel hebt.

Tips
  • Let op de eisen van je opleiding. Soms moet je kiezen uit een lijst met onderwerpen binnen je vakgebied.
  • Kies een actueel onderwerp. Zoek via Google (Scholar) naar recente artikelen en weblogs. De LexisNexis krantenbank is een database waar je snel alle artikelen binnen je onderzoeksrichting kunt vinden. Via je HBO-instelling of Universiteit heb je vaak toegang tot LexisNexis.
  • Let op dat er altijd genoeg wetenschappelijk bronnen zijn over je onderwerp. Bekijk hiervoor de top journals binnen je vakgebied. Het is slim om de laatste paar edities van de vakbladen door te nemen.
  • Probeer een commerciële invalshoek binnen je onderzoeksrichting te kiezen. Dit kan later erg handig zijn wanneer je een baan probeert te krijgen binnen je vakgebied.
  • Praktijkonderzoek kost erg veel tijd. Wil je niet teveel tijd aan je scriptie besteden probeer praktijkonderzoek dan te vermijden. In plaats van zelf praktijkonderzoek uit te voeren kan je er ook voor kiezen om bestaande databases te gebruiken. Dit scheelt enorm in tijd, maar zorgt er wel voor dat je scriptie minder uniek is.
Onderwerpkeuze bij een bedrijf

Als je een afstudeeronderzoek of scriptie voor een bedrijf gaat schrijven moet je ervoor zorgen dat je onderwerpkeuze ook wordt gesteund door je collega’s en begeleider. Het is belangrijk dat het onderwerp voor het bedrijf relevantie heeft en zo weet je ook zeker dat je binnen het bedrijf om hulp kan vragen wanneer je dit nodig hebt.

Zodra je een onderwerp hebt gekozen is het tijd om een proposal te schrijven. Lees hiervoor het volgende artikel: Voorbeeld master thesis proposal.

Voetnoten in een scriptie

$
0
0

Het gebruik van voetnoten in je thesis kan soms ingewikkeld zijn. Bepaalde opleidingen stellen namelijk strenge eisen aan het gebruik van voetnoten. Dit terwijl je bij andere opleidingen vrij bent in de keuze om wel of niet voetnoten te gebruiken. In dit artikel lees je meer over het gebruik van voetnoten in je scriptie.

Functies van voetnoten
  • De voetnoot wordt vaak gebruikt voor het vermelden van bronnen. Het verwijzen naar bronnen is aan vaste regels gebonden. Dit kan per opleiding verschillen. Ga voor meer informatie over het vermelden van bronnen naar het artikel: Refereren en bronvermelding in je scriptie.
  • Uitleggen van afkortingen en begrippen.
  • Extra informatie geven over het onderwerp dat je vanwege ruimtegebrek niet in je hoofdtekst wil zetten.
  • Vermelden van links naar digitale publicaties.
Tips
  • Gebruik niet twee voetnootnummers direct achter elkaar. Je kunt dan beter één voetnootnummer gebruiken en in die voetnoot verwijzen naar de tweede bron.
  • Gebruik niet tweemaal hetzelfde voetnootnummer.
  • Voetnoten moeten in een kleiner lettertype dan de hoofdtekst van je document. Gebruik je voor je hoofdtekst een 12-punts lettertype, kies dan een 10-punts lettertype.
  • Het voetnootnummer staat direct na het woord waar de noot betrekking op heeft.  Als de voetnoot bij een alinea hoort zet je het nootnummer direct na het laatste leesteken.
  • Voetnoten worden normaal per hoofdstuk genummerd. Je kunt er ook voor kiezen om doorlopend door je scriptie te nummeren.

Voor meer informatie over de richtlijnen van de lay-out van je scriptie kan je het volgende artikel raadplegen: lay-out van je scriptie.

Voorbeeld rechten scriptie

$
0
0

In dit artikel vind je een voorbeeld van een scriptie van de master rechten. Daarnaast kan je ook de samenvatting van de ‘Leidraad voor juridische auteurs’ downloaden. Bij het refereren in juridische scripties wordt namelijk vaak deze leidraad als handleiding genomen.

Refereren volgens de Leidraad

Bij de meeste juridische opleidingen moet je refereren volgens de ‘Leidraad voor juridische auteurs. Voetnoten, bronvermeldingen, literatuurverwijzingen en afkortingen in Nederlandstalige publicaties’ van de uitgeverij Kluwer.

In deze leidraad worden meerdere verwijssystemen beschreven. Voor scripties wordt aangeraden om te kiezen voor een systeem die gebruik maakt van voetnoten. Volgens dit systeem refereer je door middel van een voetnoot die onderaan de pagina staat. Deze bron wordt dan in een verkorte vorm weergegeven. In de literatuurlijst aan het einde van je scriptie vermeld je de volledige brongegevens. Voor meer informatie over het gebruik van voetnoten zie het volgende artikel: Voetnoten in een scriptie.

Hieronder is de samenvatting van de Leidraad 2010 te bekijken.

Samenvatting ‘Leidraad voor juridische auteurs’

In onderstaande rechten scriptie kan je goed zien hoe er met het vermelden van bronnen is omgegaan. Voor het refereren naar bronnen zijn de regels uit de Leidraad 2010 als handleiding gebruikt.

Voorbeeld rechten master scriptie

Refereren is vaak een hele klus. Als je tijd wil besparen doe je er verstandig aan, om voor het bijhouden van je bronnen, software te gebruiken. Voor meer informatie hierover zie het volgende artikel: Refereren en bronvermelding in je scriptie.

Verschil tussen bachelorscriptie en masterscriptie

$
0
0

Het belangrijkste verschil tussen een masterscriptie en een bachelorscriptie is de hogere studielast. In dit artikel worden alle verschillen op een rijtje gezet. Ook wordt er aandacht besteed aan de verschillen tussen een HBO bachelorscriptie en een bachelorscriptie op een universiteit.

Een bachelor thesis onderscheidt zich van de master thesis op de volgende punten:

  • De omvang van de thesis: De studielast van een bachelor thesis is vaak rond de 10 ECTS en die van een master thesis 20 ECTS. Dit betekent dan ook dat de masterscriptie in omvang van het aantal pagina’s vaak groter is dan de bachelorscriptie.
  • De taal: Waar je bij sommige opleidingen de bachelorscriptie nog in het Nederlands mag schrijven is dit bij de master thesis niet meer het geval. Dit komt doordat de meeste masters Engelstalig zijn.
  • Individueel of gezamenlijk: Het komt vaak voor dat je de bachelor thesis met meerdere personen mag schrijven. Een masterscriptie is vrijwel altijd individueel.
  • Literatuuronderzoek en praktijkonderzoek: Vanwege de beperkte omvang van een bachelorscriptie beperkt deze zich vaak tot enkel literatuuronderzoek. Bij de masterscriptie wordt vaak van je verwacht dat je praktijkonderzoek doet om je argumenten te onderbouwen.
  • Wel of geen verdediging: In tegenstelling tot de bachelorscriptie moet je bij de masterscriptie je thesis wel vaak verdedigen. Overigens is de tendens dat door de toenemende bezuinigingen in het hoger onderwijs de verdediging minder voorkomt.
  • De keuze van het onderwerp: Tijdens de bachelor krijg je vaak een lijst met onderwerpen waaruit je mag kiezen. Bij de master heb je meer vrijheid om een eigen onderwerp uit te zoeken. Voor meer informatie over het kiezen van een onderwerp: Onderwerp voor je scriptie.
  • Scriptie schrijven voor een bedrijf: Een bachelorscriptie mag je vaak niet voor een bedrijf schrijven. Bij de master thesis heb je de keuze om je thesis te schrijven voor een bedrijf en daar dan dus stage te lopen.
Verschillen tussen HBO- en WO- bachelor

De grootste verschillen tussen het HBO en WO zijn:

  • Opleidingen in het HBO hebben een meer beroepsgerichte oriëntatie. Bachelor opleidingen op de universiteit zijn wetenschappelijk georiënteerd.
  • De opleidingen die je kunt volgen op het HBO zijn vaak 4 jaar, en de bachelor opleidingen in het WO zijn 3 jaar.

Deze verschillen komen ook terug bij de bachelorscriptie. De bachelorscriptie op het HBO is veel meer praktijkgericht dan op de universiteit. HBO studenten schrijven hun bachelorscriptie vrijwel altijd voor een bedrijf en lopen daar ook stage. Voor WO studenten is de bachelorscriptie veel meer een literatuuronderzoek en dus niet gericht op de beroepsgerichte praktijk. Daarnaast is de bachelor thesis op het HBO van een grotere omvang dan op de universiteit.

Kijk voor voorbeelden van scripties in onze scriptie voorbeeld database: Voorbeelden van scripties.


Overzicht van scriptiedatabases

$
0
0

Scripties van andere studenten kunnen je erg goed helpen bij het schrijven van je eigen scriptie. Het is echter vaak moeilijk om een scriptie van je eigen opleiding te vinden. Gelukkig hebben de meeste opleidingen een scriptiedatabase. In dit artikel vind je links naar een groot aantal scriptiedatabases.

Wetenschappelijke scripties:
HBO scripties:

Ontbreekt jouw onderwijsinstelling in deze lijst? Zet dan de link naar de scriptiedatabase in de comments hieronder en wij voegen deze zo snel mogelijk toe.

Ben je op zoek naar voorbeelden van scripties van een hoge kwaliteit? Neem dan een kijkje op het scriptie voorbeelden artikel. In dit artikel staan enkel scripties die een scriptieprijs hebben gewonnen.

Belangrijke wetenschappelijke journals

$
0
0

Bij het schrijven van je scriptie is het van belang dat je gebruik maakt van goede en betrouwbare bronnen. Men is het er over eens dat Wikipedia geen goede bron is. Maar wat is nu wel een goede bron?

Bronnen zoeken

Je begint met het zoeken naar bronnen bijvoorbeeld in de bibliotheek, via scholar.google.com of Science Direct. Onderzoeken worden meestal gepubliceerd in een journal. Een journal is een wetenschappelijk tijdschrift waarin onderzoek uit een bepaald vakgebied wordt verzameld. Niet elk journal heeft evenveel aanzien en is van hoge kwaliteit. De beste onderzoeken staan in de meest gerenommeerde journals. Het is dan ook beter om één bron uit een gerenommeerd journal te gebruiken dan een aantal bronnen uit journals met minder aanzien.

Wat zijn belangrijke journals?

Elk vakgebied heeft zijn eigen specifieke journals. Deze journals verschillen in aanzien. Je begeleider weet welke journals voor jouw scriptieonderwerp het meest relevant zijn. Je kunt bij het zoeken naar een goed journal ook gebruik maken van de Journal Quality List.

Journal Quality List

De Journal Quality List is een lijst van journals ingedeeld per vakgebied. Achter elk journal staat hoe belangrijk dit journal is voor het vakgebied. Probeer  zo veel mogelijk bronnen uit journals te gebruiken die in de top drie van jouw vakgebied staan.

Het vinden van goede journals in de Journal Quality List kan in het begin lastig zijn. In de tabel staan namelijk 20 verschillende beoordelingen. Je kunt het beste naar de meest recente beoordelingen kijken (2012). In het begin van het document staat uitgelegd wat elke beoordeling precies inhoudt. Soms is A+ het hoogst haalbare, soms 0+ en weer in andere gevallen is dat STAR.

De Journal Quality list is de downloaden via de volgende link: http://www.harzing.com/download/jql_subject.pdf.
Meer informatie over deze lijst kun je vinden op: http://www.harzing.com/jql.htm.

Refereren

Het is belangrijk dat je de gevonden bronnen goed in je scriptie verwerkt. Dit gebeurt meestal via de APA norm. Meer informatie over refereren kun je vinden in: Refereren en bronvermelding in je scriptie.

 

Nieuw Tilburgs bedrijf SCRiBBR de uitkomst voor afstuderend Nederland

$
0
0

TILBURG, 14 mei 2013 – In oktober 2012 zijn vier jonge ondernemers uit Tilburg het bedrijf SCRiBBR begonnen. Doel was om een innovatieve nakijkservice te starten waar studenten eenvoudig en snel hun scriptie door professionele (freelance) editors na kunnen laten kijken. De nakijkservice overtreft nu al, met meer dan 15.000 unieke bezoekers per maand, de verwachtingen.


Op de website van SCRiBBR kan de student een scriptie uploaden. Een editor kijkt de scriptie dan binnen de door de student gewenste tijd na. Dit kan al binnen 24 uur, zeven dagen per week. “Door onze grote hoeveelheid editors hebben wij nog nooit een student teleur hoeven te stellen,” aldus Koen Driessen, medeoprichter van SCRiBBR.

Scripties worden overigens niet door SCRiBBR geschreven maar worden alleen nagekeken op taal en structuur. Volgens Bas Swaen, ook één van de oprichters van SCRiBBR, is dit een gat in de markt: “Door bezuinigingen bij onderwijsinstellingen krijgen studenten steeds minder begeleiding en moeten scripties sneller af. Correct taalgebruik schiet er dan vaak bij in.”

De oprichters hebben zelf aan de Universiteit van Tilburg gestudeerd. Tijdens deze studie kwamen zij erachter dat bij veel studenten het taalniveau ver onder de maat is. Vooral scripties in het Engels zijn vaak onleesbaar, volgens de oprichters. Door de ondernemende spirit van de Brabanders was een nieuw bedrijf snel geboren.

Door het grote succes van SCRiBBR en de kennis die is opgedaan willen de jongens zo snel mogelijk ook andere markten veroveren. Volgens de oprichters kan SCRiBBR binnen een jaar nog meer diensten aanbieden: alles van het nakijken van scripties tot het vertalen van zakelijke teksten. Ook lonkt de ambitie om snel uit te breiden naar het buitenland. Ambitieuze ondernemers waar u in de toekomst dus meer van kunt verwachten.


Op onze speciaal ingerichte perspagina is een perskit met foto’s beschikbaar.

Contactgegevens pers:

Adres Contactpersoon
SCRiBBR Bas Swaen
Heuvelstraat 152 info@scribbr.nl
5038AJ Tilburg 013 822 3424

Studenten nemen scriptie wel serieus!

$
0
0

TILBURG, 24 mei 2013 – Onder studenten zou de zesjescultuur er populair zijn. Studenten zouden niets anders doen dan feesten en luieren. Het tegendeel is waar. Veel studenten, die in de laatste fase van hun studie zitten, hebben een dagelijkse routine van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat in de bibliotheek zitten om aan hun scriptie te werken.

Bas Swaen, één van de oprichters van de scriptie nakijkservice SCRiBBR beaamt dit: “Momenteel zitten de bibliotheken op hogescholen en universiteiten overvol. De stress van de naderende deadline voor het inleveren van de scriptie wordt steeds heviger”.

Nu is de naderende deadline niet de enige oorzaak van de overvolle bibliotheken. Studenten zijn er goed van op de hoogte dat de huidige arbeidsmarkt erg slecht is. Een kwalitatief goede scriptie draagt bij in het vinden van een baan. “Dit merken we ook bij SCRiBBR” zegt mede-oprichter Koen Driessen. “Studenten willen graag een scriptie zonder spelfouten inleveren. Hiervoor willen ze best betalen. Dit verklaart ook het succes van onze nakijkservice.”

Op de website van SCRiBBR kan de student een scriptie uploaden. Een professionele editor kijkt de scriptie dan binnen de door de student gewenste tijd na. Dit kan al binnen 24 uur, zeven dagen per week.

SCRiBBR bestaat pas sinds oktober 2012 maar is nu al een goede naam aan het maken. Bas Swaen: “Dagelijks vinden meer dan duizend studenten de weg naar onze website en wij zijn dolblij dat we een deel van de stress bij hen kunnen weghalen”. Extra tijd en geld in je scriptie steken kan overigens nooit kwaad. Direct een grotere kans op een baan, wie wil dat nu niet?


Op onze speciaal ingerichte perspagina is een perskit met foto’s beschikbaar.

Contactgegevens pers:

Adres Contactpersoon
SCRiBBR Bas Swaen
Heuvelstraat 152 info@scribbr.nl
5038AJ Tilburg 013 822 3424

Concurrentieanalyse: Vijfkrachtenmodel/Five forces Porter

$
0
0

De winstgevendheid van een bedrijf is sterk afhankelijk van concurrentie binnen de bedrijfstak. Bij het opstellen van een strategie is het daarom van belang om de concurrentie grondig te analyseren. Door gebruik te maken van het vijfkrachtenmodel/Five forces van Michael Porter krijg je een goed beeld van de concurrentie in een bepaalde bedrijfstak.

De concurrentie wordt bepaald door de sterkte van de volgende vijf krachten in te schatten:

  • dreiging van nieuwe toetreders;
  • onderhandelingsmacht van leveranciers;
  • onderhandelingsmacht van klanten;
  • dreiging van substituten;
  • onderlinge rivaliteit.

Five forces Vijfkrachtenmodel

Dreiging van nieuwe toetreders

De (toekomstige) winstgevendheid van een bedrijfstak, is afhankelijk van hoe eenvoudig het is voor nieuwe bedrijven om toe te treden tot die bedrijfstak. De mogelijkheid om toe te treden tot een markt hangt af van de toetredingsbarrières. Er bestaan zes belangrijke vormen van toetredingsbarrières.

  Schaalvoordelen
In bepaalde bedrijfstakken hebben grote spelers veel voordeel. Deze voordelen ontstaan door een vergroting van de omvang of productiecapaciteit. Zo kan een groot bedrijf bijvoorbeeld producten per zeecontainer vervoeren terwijl kleine bedrijven dit via duurdere pakketpost moeten verzenden.

  Productdifferentiatie
Bedrijven proberen voordeel te behalen door zich van elkaar te onderscheiden (differentiatie). Dit wordt vaak door middel van marketing bereikt. Door de sterke merken op de biermarkt is het bijvoorbeeld erg moeilijk om succesvol een nieuw biermerk te beginnen.

  Benodigd kapitaal
In bepaalde bedrijfstakken is het noodzakelijk om een grote investering (van kapitaal) te doen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de ertswinning. Productiemiddelen zoals grote machines vergen een flinke investering.

  Kostennadelen, onafhankelijk van schaal
Gevestigde bedrijven kunnen een kostenvoordeel hebben die onafhankelijk is van de schaalgrootte. Een bedrijf kan bijvoorbeeld een patent hebben op een bepaalde (goedkope) productiemethode.

  Toegang tot distributiekanalen
Als nieuwkomer heb je niet altijd de beschikking over de juiste distributiekanalen om je product te verkopen. Zo is het erg moeilijk om een nieuw product in de supermarkt te krijgen. Ook kan het zijn dat bedrijven al aan langdurige contracten vast zitten.

  Regeringsbeleid
De regering kan het verbieden of vermoeilijken om tot een bedrijfstak toe te treden. De Chinese overheid maakt het bijvoorbeeld erg lastig om als buitenlander een bedrijf in China te starten. Andere voorbeelden waar de regering nieuwe bedrijven vaak niet toestaat zijn de postmarkt en het openbaar vervoer.

Onderhandelingsmacht van de leveranciers

Machtige leveranciers kunnen veel druk uitoefenen en de prijzen kunstmatig hooghouden. Als een product maar via enkele leveranciers verkrijgbaar is, kan macht van deze leveranciers groot zijn. Ook als er hoge kosten zijn om over te stappen naar een andere leverancier is er sprake van grote macht van de leveranciers. Door machtige kan de winstgevendheid van een bedrijfstak onder druk komen te staan.

Onderhandelingsmacht van de klanten

Machtige klanten kunnen de winstgevendheid van een bedrijfstak negatief beïnvloeden. Kopers kunnen onder andere in de volgende gevallen erg machtig zijn:

  • Klant koopt grote partijen.
  • Klanten verenigen zich om samen in te kopen.
  • Veel gelijksoortige leveranciers. De kant kan eenvoudig een andere leverancier kiezen.
  • De klant zit in een markt met lage marges. De inkoop moet dus tegen lage tarieven.
Substituten

De winst van een bedrijfstak kan onder druk komen te staan door substituten (vervangende producten) van andere bedrijfstakken. Vroeger nam men voor een lange reis de trein of de bus. Door de prijsdaling in de luchtvaart is het vliegtuig een substituut voor de trein of de bus geworden.

Onderlinge rivaliteit

Bij deze kracht analyseer je de directe concurrenten in de bedrijfstak. De volgende eigenschappen van de concurrentie breng je in kaart:

  • aantal concurrenten;
  • capaciteit van de concurrenten;
  • verschil in producten;
  • aanwezigheid van uittredingsbarrières;
  • groei van de bedrijfstak;
  • verschil in strategie, oorsprong en ‘persoonlijkheid’ van concurrenten.

 

Door de krachten van het Vijfkrachtenmodel (Five forces) te analyseren leg je de sterke en zwakke punten van een bedrijf bloot. Op basis hiervan kan de strategie van een bedrijf worden aangescherpt.

Marketingmix: 4P’s

$
0
0

Zodra de doelgroep voor een product of dienst duidelijk is kan de juiste marketingmix ontwikkeld worden. De marketingmix, ontwikkeld door McCarthy, bestaat uit vier elementen. Elk element behandeld een belangrijk gedeelte van de marketing. Hoewel elk element cruciaal is, dienen de elementen  perfect op elkaar afgestemd te worden om tot een succesvolle marketingstrategie te komen. De vier elementen worden vaak afgekort met de 4P’s: product, prijs, plaats en promotie.

De 4P’s uitgelegd

Product
Hoe ziet het product of de dienst die verkocht wordt er precies uit? In dit element bepaal je niet alleen de specificaties van het product of de dienst. Ook denk je na over de productnaam, garanties, uitstraling, verpakking en aftersales.

Prijs
De prijs van het product moet aansluiten bij het imago en de doelgroep van het product. De prijs moet zeer bedachtzaam gekozen worden. Je kunt kiezen voor een hoge prijs met veel marge. Of je spreekt juist een andere doelgroep aan door het product voor een bodemprijs met een lage marge op de markt te zetten. Ook dient er in het prijs element rekening gehouden te worden met zaken zoals: kortingen, aankoopbonussen, betalingsregelingen en betalingsmogelijkheden.

Plaats
Plaats gaat over de keuze van de distributiekanalen die ingezet worden. Het distributiekanaal is de plek waar de klant het product kan kopen. Voorbeelden van distributiekanalen zijn: eigen winkels, supermarkten, webshops of verkoop aan huis. Het distributiekanaal moet worden afgestemd op de doelgroep van het product. Jonge consumenten kopen bijvoorbeeld veel via het internet terwijl de oudere generatie vaker in fysieke winkels koopt.

Promotie
Promotie is de communicatie gericht op het verkopen van het product of de dienst. Denk daarbij aan advertenties, online en offline advertenties, persberichten, mailings, promotieacties, steunen van goede doelen en een website.

Uitbreidingen

Het originele model heeft 4P’s. Deze P’s vormen de basis van de marketingmix. In de loop van de tijd is het model vaak uitgebreid met specifieke aandachtsgebieden. Indien een extra P relevant is voor het product of bedrijf kun je deze ook gebruiken. Veelgebruikte uitbreidingen zijn: personeel (people), periferie (peripheral clues), pak (packaging), partners, presentatie, proces en physical evidence.

Essay schrijven

$
0
0

“Schrijf een essay”, krijg je als opdracht van je docent. Paniek, want hoe schrijf je eigenlijk een essay? Het woord essay wordt op veel verschillende tekstsoorten geplakt, en dat maakt ‘essay’ een vaag begrip. Wat de een essay noemt, noemt de ander paper of referaat. Voor je begint met het schrijven is het daarom verstandig te achterhalen wat jouw docent precies bedoelt.

Essay als betoog

Met de term essay wordt meestal de Engelse betekenis van het woord bedoeld: een argumenterend, informerend en prikkelend betoog. De schrijver durft een uitgesproken en goed beargumenteerde opinie te geven over een maatschappelijke of economische kwestie.

Structuur van een essay

De structuur van een essay is over het algemeen vrij, tenzij er een bepaalde structuur door je docent geëist wordt. Of je nu kiest voor een standaardindeling van wetenschappelijk onderzoek, of voor een originele structuur, zorg altijd voor een heldere en logische opbouw van je essay.

Inleiding
De inleiding moet de lezer nieuwsgierig maken naar de inhoud van je essay. Het is een goed idee om een (persoonlijke) anekdote te gebruiken, in te gaan op een actueel nieuwsbericht of enkele rake vragen te stellen. Benoem de achtergrond en de aanleiding voor je onderwerp. Aan het eind van de inleiding moet duidelijk zijn waar je met je essay naar toe wilt.

Centrale deel
In het centrale deel van je essay ga je beargumenteren. Je geeft jouw visie op het onderwerp. Maak bijvoorbeeld duidelijk waarom de huidige situatie niet werkt, welk alternatief er is en waarom dit alternatief wel werkt. Je argumentatie moet betrouwbaar zijn om te kunnen overtuigen, gebruik daarom voldoende bronnen. Ga er niet van uit dat de feiten uit deze bronnen voor zich spreken, maar leg de lezer uit waarom deze bron jouw standpunt ondersteunt.

Tips:

  • Houd je argumentatie bondig: wijd niet uit naar onbelangrijke details.
  • De eerste (of soms de tweede zin) van je alinea moet de rest van de alinea overkoepelen. Deze zin leg je uit in de rest van je alinea.

Naast alleen maar argumenten voor kun je ook gebruik maken van tegenargumenten, door deze te weerleggen. Let er hierbij wel op dat je weerlegging overtuigend beter is dan het gebruikte tegenargument.

Conclusie
De conclusie moet logisch volgen uit het voorafgaande deel van je essay. Blik nog een keer terug op je inleiding: waarvan wilde je de lezer overtuigen? Leg uit hoe je argumentatiedeel leidt tot je uiteindelijke conclusie. Eindig je conclusie pakkend, bijvoorbeeld met een krachtige oneliner. Zorg dat je conclusie blijft hangen bij de lezer.

Lezer

In bovenstaande tekst is regelmatig de lezer aangehaald, maar wie is deze lezer? Over het algemeen mag je ervan uitgaan dat je lezer een redelijk geïnformeerd, geïnteresseerd en opgeleid persoon is, bijvoorbeeld lezers van een serieus blad als de ‘Elsevier’.

Schrijfstijl

Een essay is minder formeel dan andere wetenschappelijke genres zoals een scriptie, maar is nog steeds serieus. Met een originele verwoording scoor je vaak punten, maar ga niet de lolbroek uithangen. In hoeverre een informele of persoonlijke stijl gewaardeerd wordt is afhankelijk van je docent.

Tips:

  • Een tekst waarvan de opbouw bestaat uit ‘ten eerste’, ‘ten tweede’ en ‘ten derde’ is dodelijk saai. Probeer te variëren en origineel te zijn in je woordkeus.
  • Vermijd woorden als ‘ook’, ‘verder’ en ‘daarnaast’. Je gebruikt ze al gauw te vaak waardoor je er een hersendode brij van maakt.
  • Gebruik zoveel mogelijk de bedrijvende vorm, in plaats van de lijdende vorm. Dus ‘de man liet de hond uit’ in plaats van ‘de hond werd uitgelaten door de man’.
  • Wissel lange zinnen af met korte zinnen.
Bronnen

Je bronnenlijst mag variëren van wetenschappelijke literatuur tot populairwetenschappelijke teksten en van websites tot actuele berichten uit de media. Plaats de bronnenlijsten onder aan je essay, zodat je in je tekst slechts kort hoeft te verwijzen. Pas bij de bronvermelding altijd de wetenschappelijke conventies van jouw vakgebied toe.


SWOT-analyse

$
0
0

Een SWOT-analyse wordt op veel gebieden toegepast in het bedrijfsleven, maar ook op persoonlijk gebied kan de SWOT-analyse een handig hulpmiddel zijn. Met een SWOT-analyse achterhaal je gemakkelijk welke aspecten goed gaan, en welke punten nog wat meer aandacht verdienen. Je kunt de SWOT-analyse bijvoorbeeld gebruiken voor het analyseren van een product of dienst, een afdeling, de hele bedrijfsvoering of je eigen persoonlijkheid (handig ter voorbereiding van een sollicitatiegesprek).

Wat betekent SWOT?

SWOT staat voor Strenghts (sterktes), Weaknesses (zwaktes), Opportunities (kansen) en Threats (bedreigingen). Strenghts zijn de interne positieve punten, Opportunities de externe positieve punten, Weaknesses de interne negatieve punten en Threats de externe negatieve punten. In een schema ziet het SWOT-model er dus zo uit:

SWOT Analyse

SWOT-analyse toepassen

In iedere situatie zul je de onderdelen van het SWOT-model op een andere manier toepassen. Als je de SWOT-analyse op jezelf uitvoert kun je bij sterktes bijvoorbeeld je positieve eigenschappen noemen, maar als je het op een bedrijf uitvoert kijk je bijvoorbeeld naar wat het bedrijf uniek maakt. De invulling van een SWOT-analyse is dus afhankelijk van de context. Hieronder geven we je een aantal voorbeelden bij ieder punt van de SWOT-analyse, zodat je weet waaraan je kunt denken.

Sterktes (strenghts)
Op welke punten scoor jij beter dan je concurrent? Je kunt hierbij denken aan:

  • Een goed imago of naamsbekendheid;
  • Gepatenteerde innovaties;
  • Een uitgebreid assortiment.

Zwaktes (weaknesses)
Welke punten hebben nog extra aandacht nodig? Problemen die zich voor kunnen doen zijn:

  • Te weinig personeel met de juiste kennis en ervaring;
  • Te hoge kosten met een lage marge als gevolg;
  • Slechte locatie van het bedrijf.

Kansen (opportunities)
Welke mogelijkheden tot groei en verbetering zijn er? Gebeurtenissen die kansen kunnen bieden zijn:

  • Nieuwe klanten, bijvoorbeeld de bouw van een nieuwbouwwijk om de hoek van jouw winkel;
  • Problemen bij de directe concurrenten;
  • Toetreding van een land tot de EU, of andere gesloten internationale verdragen.

Bedreigingen (threats)
Welke factoren kunnen een bedreiging zijn voor jouw bedrijf? Deze lijst mag best wel speculatief zijn, het is goed de confrontatie aan te gaan. Voorbeelden van mogelijke bedreigingen zijn:

  • Nieuwe wetgeving;
  • Een slechtere economische situatie (bijvoorbeeld de economische crisis);
  • Een goedkopere concurrent.
Strategie vanuit SWOT-analyse

Naar aanleiding van de uitkomsten van de SWOT-analyse kun je een strategisch plan schrijven. Hiervoor gebruik je de confrontatiematrix.

Confrontatiematrix

$
0
0

De confrontatiematrix is vaak een handig hulpmiddel bij het opstellen van een marketingplan. Het verbindt de zwakten, sterkten, bedreigingen en kansen van de SWOT-analyse. Het geeft inzicht in waar kansen gegrepen kunnen worden en krachten worden benut, om de zwaktepunten te verbeteren en bedreigingen te verminderen. In een marketingplan hoef je niet per se de confrontatiematrix zelf te verwerken, maar wel de resultaten die uit je eerdere onderzoek (SWOT-analyse en confrontatiematrix) voortkwamen. Het marketingplan kun je dan vervolgen door een strategie en actieplan.

Confrontatiematrix maken

Vaak worden de belangrijkste sterke en zwakke punten tegenover elkaar gezet, zoals in de afbeelding hieronder.

Confrontatiematrix

Je kunt uit de afbeelding het volgende afleiden:

  • De sterke punten en de kansen creëren samen groeimogelijkheden.
  • De zwakten en de kansen bieden ruimte voor verbetering.
  • De sterkten kunnen het bedrijf of de organisatie verdedigen tegen bedreigingen.
  • De zwakke punten en bedreigingen leiden tot verandering of terugtrekking.
  • Je gaat met de matrix dus na op welke manier er overlapping plaatsvindt tussen de vier categorieën.
Confrontatiematrix invullen

De volgende stap is de prioriteit van de overlappingen bepalen. Dit doe je door de matrix in te vullen met waardes, bijvoorbeeld met getallen (1 staat voor hoogste prioriteit, 5 staat voor laagste prioriteit) of plussen en minnen. Als voorbeeld gebruiken we de plussen en minnen. Bij overlappingen in het gebied ‘Groeien’ kies je voor ‘positief’ (+) of ‘zeer positief’ (++). Binnen het veld ‘Veranderen/ terugtrekken’ maak je de keuze tussen ‘negatief’ (-) of ‘zeer negatief’ (–). Bij de andere twee overlappingsvelden is het niet een kwestie van positief of negatief, maar de mate van aandacht die vereist wordt. Daarom worden verbanden tussen zwakten en de kansen gekenmerkt met ‘aandacht vereist’ (+) of ‘onmiddellijke aandacht vereist’ (++). Voor de verbanden tussen sterkten en bedreiging geldt dit ook: ‘aandacht vereist’ (-) of ‘onmiddellijke aandacht vereist’ (–).

Vervolgens tel je de plussen en minnen bij elkaar op, waardoor de confrontatiematrix je inzicht geeft in de belangrijkste sterke en zwakke punten, met de meest waarschijnlijke kansen en bedreigingen.

PEST-analyse / STEP-analyse

$
0
0

De PEST-analyse en de STEP-analyse zijn twee verschillende benamingen voor hetzelfde bedrijfskundig model. Het model brengt een aantal belangrijke factoren op macroniveau in kaart, en kan zo worden gebruikt om de marktontwikkeling en de bedrijfspositionering te begrijpen. Het is een hulpmiddel bij externe analyses en sterkte-zwakte analyses. PEST en STEP staan voor:

Politieke factoren

Politieke factoren tonen aan in welke mate de overheid invloed heeft op de economie. De overheid kan grote invloed hebben op de gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur van een land. Concrete voorbeelden van politieke factoren die van belang kunnen zijn voor het strategisch management van een bedrijf:

  • stabiliteit politieke klimaat;
  • wetgeving;
  • wijzigingen in de wet;
  • subsidies;
  • milieuvoorschriften;
  • handelsbelemmeringen en -heffingen.
Economische factoren

Dit zijn factoren die grote invloed hebben op de bedrijfsvoering. Belangrijke beslissingen hangen vaak af van economische factoren, maar ook bij bijvoorbeeld de manier van werken. Voorbeelden van economische factoren waaraan je kunt denken bij een PEST/STEP-analyse zijn:

  • economische groei;
  • wisselkoersen;
  • rente;
  • werkloosheid;
  • overheidsschuld;
  • inflatiecijfer.
Sociale factoren

Deze factoren hebben invloed op de vraag naar producten en diensten van een organisatie, en hoe zij daarmee omgaan. Veranderingen in de sociale factoren kunnen veranderingen in de bedrijfsvoering met zich meebrengen. Sociale factoren kunnen zijn:

  • betrokkenen;
  • het bewustzijn van deze betrokkenen;
  • culturele/ethische aspecten (bijv. waarden en normen);
  • demografische aspecten (bijv. religie of opleidingsniveau).
Technologische factoren

De kosten en kwaliteit van producten en diensten worden beïnvloed door technologische factoren. Innovatie ontstaat vaak vanuit beperkingen of vooruitgang bij deze factoren. Concrete voorbeelden van technologische factoren zijn:

  • onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten;
  • automatisering;
  • patenten;
  • researchfunding;
  • technologische veranderingen.
Belang van de factoren

Niet alle factoren hebben een even groot belang bij alle bedrijven of organisaties. Afhankelijk van de industrie en de producten en diensten die het bedrijf aanbiedt, krijgen bepaalde type factoren meer of minder aandacht. De belastingdienst zal zich bijvoorbeeld niet zo bezighouden met technologische factoren, maar wel met politieke en sociale factoren. Een bedrijf dat auto’s produceert zal juist wel meer aandacht hebben voor de technologische factoren.

Video over (DE)STEP-analyse:

Veel gemaakte Engelstalige fouten in scripties

$
0
0

Een thesis schrijven in het Engels kan erg lastig zijn. Het schrijven van een Engelstalige tekst is heel anders dan schrijven in het Nederlands en omschakelen vanuit het Nederlands is moeilijk. In dit artikel zetten we veelgemaakte fouten in Engelstalige scripties op een rij.

  • Sent/send:  “I have sent you a letter.”  “I will send you a letter.”
  • Besides: Many Dutch writers use besides when they actually mean “In addition to”.
  • Take/Make: In English we take a picture and make a decision.  In Dutch it is exactly the opposite!
  • In line with: This phrase is often used incorrectly.  Most Dutch writers use it when they mean to say “according to” or they use it in the wrong place in a sentence.  It should actually be used when expressing agreement or conformity with something. Example:  The budget in 2013 was in line with expectations. An example of incorrect usage would be:  In line with the paper from Smith et al.
  • Amount/number: In English, the word amount is used to describe something that can’t be easily counted (She ate a small amount of ice cream yesterday) and number is used to describe things that can be easily counted (The number of shark attacks has increased in the past few years).
  • Capitalization of titles, headings and subheadings:  Different English style guides recommend different methods for capitalization in English.  I follow the Associated Press style which seems to be the simplest format:

Capitalize the first word of the title, the last word of the title, and all “principal” words (nouns, verbs and so on), and all words longer than three letters. That is the style currently recommended by the Associated Press. (Fogarty, Mignon. “Capitalizing Titles.” Quick and Dirty Tips. Quick and Dirty Tips, 9 June 2011. Web. 26 July 2013)

This would mean that you would not capitalize the words of, for, the, and, or, etc. unless they are at the beginning or end of the sentence.  Everything else is capitalized. Example of a title: Advertising and Marketing in North America and Europe

  • Use of 1st Person tense: In English it is recommended to stay away from the first person tense (I, we) in an academic paper.  It is acceptable in a preface or forward and possibly in a conclusion.  However, if your research is quantitative in nature, you should use it as little as possible because it reduces the objectivity of your paper.
  • Use of “spoken words”: Many Dutch writers use words that they have heard in spoken language.  Examples are: Big, like, really, huge, a lot, too etc. These can be changed to more academic words. For example: Large, such as, significantly, extensive, many, as well.
  • Periods vs. commas in numbers: In Dutch, a period is used to notate the thousands place when writing a number.  In English, a comma is used.  Example: 32,425.  Conversely, commas are used in Dutch to notate money and in English, a period is used.  Example: $52.25 (means fifty two dollars and 25 cents).
  • Firstly, secondly, thirdly and lastly: The use of Firstly etc. is considered by most English writers to be outdated.  Most current grammar experts recommend using First, second, third and finally.

De veelgemaakte fouten zijn samengesteld door editor Kristin. Zij is een Amerikaanse die veel ervaring heeft met het redigeren van Engelstalige scripties en al 20 jaar Nederlands spreekt. Ze weet als de beste welke fouten wij vaak maken.

Schrijf jij ook een Engelstalige scriptie of thesis? Laat je scriptie dan door Kristin of een andere ervaren (native speaker) editor van SCRiBBR nakijken. Zo ben je er zeker van dat het taalgebruik in je scriptie op academisch niveau is.

Bereken zelf de prijs voor het nakijken van je scriptie: prijs berekenen.

Balanced Scorecard

$
0
0

De Balanced Scorecard werd in januari 1992 gepubliceerd door Kaplan en Norton. Sinds de lancering wordt er in het bedrijfsleven veel aandacht besteed aan deze managementtool. Het kenmerkende van de Balanced Scorecard is dat het inzicht geeft in de langetermijnstrategie, in plaats van dat er alleen gekeken wordt naar de behaalde (financiële) resultaten op de korte termijn. Niet alleen eenvoudig meetbare Key Performance Indicators (KPI’s), zoals omzet en loonkosten worden meegenomen, maar ook moeilijkere meetbare aspecten, zoals klanttevredenheid en personeelstevredenheid.

Hoe ziet de Balanced Scorecard eruit?

Het doel van de Balanced Scorecard is om de missie en de visie van een bedrijf of organisatie te communiceren. Het kan op deze manier als hulpmiddel dienen bij het ontwikkelen van een strategie. Om de effectiviteit van deze strategie te controleren, worden meetbare indicatoren gebruikt. De indicatoren kunnen geformuleerd worden vanuit vier perspectieven: het financiële perspectief, het perspectief van de klant, het innovatieperspectief en vanuit de interne processen.

balanced-scorecard

Kritieke succesfactoren

Alle vier de perspectieven staan door middel van de pijlen en de visie en strategie met elkaar in contact. Deze vier perspectieven worden geconcretiseerd aan de hand van vier vragen voor het bedrijf:

  1. Afnemersperspectief: Wat verwachten onze klanten van ons?
  2. Financieel perspectief: Wat verwachten onze aandeelhouders van ons?
  3. Interne processen: Welke processen kunnen we verbeteren?
  4. Innovatie: Hoe kunnen we blijven verbeteren en groeien?

Deze vier vragen helpen de kritieke succesfactoren te formuleren, en leggen de verbinding tussen de externe en interne kritieke succesfactoren.

Afnemersperspectief

De klant moet centraal staan in iedere onderneming. Een product of dienst kan technologisch nog zo goed in elkaar zitten, als het niet voldoet aan de behoeften en verwachtingen van de klant is het een grote misser. Een onderneming heeft veel mogelijkheden deze behoeften te achterhalen en er op in te spelen. Hetzelfde geldt voor klanttevredenheid: een onderneming heeft veel invloed op de ervaring van de huidige en potentiële klanten.

Meetbare indicatoren zijn bijvoorbeeld:

  • levertijd;
  • marktaandeel;
  • aftersales;
  • prijs/kwaliteitverhouding.
Financieel perspectief

Een onderneming heeft een groot financieel belang. Financiële indicatoren zijn daarom erg belangrijke meetindicatoren, ondanks dat ze vaak een focus hebben op de korte termijn en de prestaties uit het verleden. De indicatoren kunnen feedback geven, maar zijn geen goede basis om de huidige situatie te beoordelen en aan de hand daarvan de strategie bij te werken. Deze ‘beperking’ wordt wel weer gecompenseerd door de andere drie perspectieven van de Balanced Scorecard. Het financieel perspectief toont aan of de successen op de andere drie gebieden zich kunnen vertalen in een financieel succes. Meetbare financiële indicatoren zijn:

  • cash flow (kasstroom);
  • winstgevendheid;
  • budgetrealisatie.
Interne processen

Centrale vraag is hier: heeft de onderneming zijn processen voldoende onder controle? Dit kun je zien aan de hand van de factoren die de toegevoegde waarde van de activiteiten binnen de onderneming bepalen. De toegevoegde waarde kan in dit geval geformuleerd worden als de prestatie tegenover de klant, die voorkomt uit een optimale samenhang van activiteiten, processen en beslissingen. Voorbeelden van factoren die invloed hebben op de toegevoegde waarde zijn:

  • het productietempo;
  • kwaliteit van het product;
  • bezettingsgraad;
  • ziekteverzuim.
Innovatie

Een bedrijf kan niet stilstaan, maar moet blijven vechten voor zijn bestaan. Het moet inspelen op allerlei veranderingen op het gebied van producenten en diensten (de opkomst van de DVD heeft de videoband vervangen), maatschappelijke invloeden, de wet- en regelgeving, technologische ontwikkelingen en personeel. Innovatie is hierbij het toverwoord: het bedrijf moet zichzelf blijven verbeteren en vernieuwen. Innovatie heeft vooral de focus op de toekomst. Voorbeelden van indicatoren die het innovatieve vermogen van een bedrijf aantonen zijn:

  • nieuwe markten;
  • nieuwe productieprocessen;
  • nieuwe producten;
  • nieuwe verkoopkanalen;
  • efficiëntie van de levering van product of dienst.
Gebruik Balanced Scorecard

Het toepassen van de Balanced Scorecard doe je aan de hand van drie stappen:

  1. Het beschrijven van de strategie (Balanced Scorecard).
  2. Het meten van de strategie (KPI’s/indicatoren).
  3. Het managen van de strategie.

Doordat de Balanced Scorecard een snel en helder overzicht biedt van de strategie, is het gemakkelijk communiceerbaar tegenover de medewerkers. Als dit op effectieve wijze gebeurd, heeft dit als resultaat dat werknemers zelf mee zullen gaan denken over verbeteringen en innovaties.

Viewing all 465 articles
Browse latest View live